A0 = 841 x 1189 mm (= 1 m²)
A1 = 594 x 841 mm
A2 = 420 x 594 mm
A3 = 297 x 420 mm
A4 = 210 x 297 mm
A5 = 148 x 210 mm
A6 = 105 x 148 mm
Auteurscorrectie
Elke correctie, weglating of toevoeging in proeven van
zetwerk, die niet het gevolg is van een zetfout.
Auteurscorrecties vallen onder extra werk en komen
derhalve voor rekening van de auteur tenzij anders
overeengekomen is.
Binden
Over het algemeen worden er meerdere pagina's
tegelijkertijd gedrukt op 1 drukvel. Bij het binden
worden deze drukvellen gevouwen tot katernen van 4, 16 of
32 pagina's. Deze katernen worden vervolgens in de juiste
volgorde vergaard. Daarna kunnen diverse bindwijzen
worden toegepast:
- garenloos (het boekblok wordt
gefreesd en aan het omslag vastgelijmd)
- genaaid gebrocheerd (met garen door de rug van de
katernen heen aan een dun kartonnen omslag gelijmd)
- genaaid gebonden (met garen door de rug van de katernen
heen aan een dik kartonnen omslag bevestigd d.m.v.
schutbladen)
- geniet
Boekblok
binnenwerk van boek zonder schutbladen en band of omslag.
Bij genaaid/gebonden boeken is het boekblok iets kleiner
dan de band welke een paar millimeter uitsteekt.
Corps
geeft de lettergrootte aan, uitgedrukt in punten, van
bovenkant letter (zoals b) tot onderkant letter (zoals
j). 1 punt is 0,375 mm.
CMYK Cyaan,
Magenta, Yellow, Black. Full-color afbeeldingen worden in deze 4
kleuren gedrukt. Zie ook RGB
Yellow
Yellow + Magenta
Cyaan + Yellow + Magenta
Cyaan + Yellow + Magenta+ Black
CTP
de afkorting van Computer To Plate. Hierbij worden offsetplaten met een laser belicht
welke wordt aangestuurd door een computer. Het eerst vervaardigen van een film
is niet meer nodig.
E-maten
Envelop maten passend bij de A-papiermaten, zo past een
A4 vel in een EA4 envelop.
EA6 = 110 x 156 mm
EA5/6 = 110 x 220 mm (hier past een in drieën gevouwen
A4 in)
EA5 = 156 x 220 mm
EA4 = 220 x 312 mm
EA3 = 312 x 441 mm
ECF
Elementair chloorvrij papier. Dit papier is gebleekt
zonder chloorgas maar nog wel met chloordioxyde - naast
waterstofperoxyde en gecontreerde zuurstof. Voor dit type
chloorvrije papier geldt een A.O.X. waarde van minder dan
0,5 kilogram per ton geproduceerde pulp. ECF wordt ook
wel officieel chloorvrij papier genoemd. Zie ook TCF.
Emulsie
de lichtgevoelige laag op fotografisch materiaal
Franse titel
rechterpagina, voorafgaand aan de titelpagina van een
boek, deze pagina bevat alleen de titel.
g/m²
gram per vierkante meter, de maateenheid waarin het
gewicht van papier wordt uitgedrukt. 80 grams papier is
papier waarvan 1 m² (=formaat A0) 80 gram weegt.
Aangezien een vel A4 1/16 van een A0 is, weegt een vel A4
80 grams papier dus 5 gram.
Gevergeerd papier
Machinale nabootsing van het handgeschepte papier waarbij
de uit bronsdaad gevlochten schepzeef een patroon van
ribbellijnen in het papier achterliet.
Hoerenjong
laatste regel van een alinea die bovenaan een tekstkolom
of een pagina staat
Inslagschema
zodanige schikking van te drukken pagina's op een vel dat
ze na het katern vouwen in de juiste volgorde liggen.
Als voorbeeld nemen we een boekje van 16 pagina's
bestaande uit 1 katern. Een drukvel bevat 8 pagina's, dus
het katern bestaat uit 2 drukvel. De drukker zal het dan
als volgt gaan drukken:
Door de drukvellen op de juiste wijze te vouwen en te
vergaren krijgt men een boekje met de pagina's in de
goede volgorde.
Het kan handig zijn om vooraf te weten wat het
inslagschema wordt. Wilt u 2 pagina's in full-color laten
drukken en de rest zwart/wit dan is het goedkoper om
daarvoor bijv. pagina 2 en 3 te nemen en niet pagina 4 en
5. Waarom? Omdat de pagina's 2 en 3 tegelijkertijd
gedrukt worden (de achterkant van vel 1) en de pagina's 4
en 5 niet (voorkant vel 1 en voorkant vel 2). U bespaart
hierdoor op de drukkosten.
Interlinie
de ruimte tussen twee regels
Lamineren
het aanbrengen van een transparante plastic film op het
drukwerk waardoor beschadiging wordt tegengegaan. Wordt
veel toegepast bij omslagen van boeken. Lamineren kan 1-
en 2-zijdig gebeuren. Het is er zowel in matte als in
glanzende uitvoering.
Leesbare film
film waarvan het beeld leesbaar is als de emulsielaag
boven ligt. Zie ook onleesbare
film.
Looprichting
De richting van de vezels in de papierbaan op de
papiermachine. Als een vel langlopend is, lopen de vezels
evenwijdig aan de lange zijde, breedlopend als de vezels
evenwijdig lopen aan de korte zijde.
De looprichting van briefpapier moet evenwijdig zijn aan
de staande zijde, dwars op de onderzijde, daar men anders
de brief met twee handen moet vasthouden omdat het naar
voren of naar achteren doorbuigt
Bij een boek moet de looprichting evenwijdig aan de rug
zijn, anders gaat het papier in de rug golven en ligt het
boek niet goed open.
Machine-coated
papier
Papier dat 2-zijdig is voorzien van een strijklaag.
Hierdoor krijgt het papier een gladder uiterlijk. Het is
verkrijgbaar in 3 soorten: mat, halfmat en gesatineerd.
Gesatineerd is de gladste variant.
Moiré
Ongewenst patroon dat het gevolg is van het opnieuw
rasteren van een reeds gerasterde foto
Onleesbare
film
film waarvan het beeld onleesbaar (gespiegeld) is als de
emulsielaag boven ligt
Opdikking
Met de opdikking van papier wordt de verhouding tussen
dikte en gramgewicht aangegeven. De opdikking wordt
berekend door de dikte in micrometers te delen door het
aantal grammen per m². Zij wordt uitgedrukt in cm³/g.
Een vel 80 grs. bankpost heeft een dikte van 105 µm.
De opdikking is dan 105 : 80= 1.3.
Aan het opdikkingscijfer wordt geen maataanduiding
toegevoegd: men spreekt bijv. van opdikking 2.0.
Men gebruikt het opdikkingscijfer om aan de hand van
een papiermonster de dikte van een te maken boek te bepalen.
Weegt het papiermonster 70 g/m² en heeft het opdikking 2.2 dan
zou een boek van 320 pagina's (160 vel) in theorie een dikte moeten
hebben van 160 x 2.2 x 70 = 24.640 µm of 2,464 cm. In de
praktijk wordt zo'n boek 8% dunner doordat het papier tijdens het
drukken en binden iets ingedrukt wordt.
Overvul
Kleine overlapping die nodig is als twee te drukken
kleuren elkaar moeten raken. Hiermee kan het risico van
een witte rand ten gevolge van een klein sluitverschil
vermeden worden.
Overzetten
Nog natte afdruk die afgeeft op een onder- of
bovenliggend vel. Kan bij het drukken ontstaan of bij het
nasnijden van het papier doordat dan de vellen met grote
kracht op elkaar gedrukt worden door de persbalk van de
snijmachine.
Pantone systeem.
Merknaam van een kleurselectiesysteem.
Paskruizen
Tekens op modellen om het juist registeren bij
meerkleurendruk mogelijk te maken. Doordat bij de
verschillende drukgangen de tekens exact op elkaar
gedrukt moeten zijn, kan men afwijkingen zeer snel
constateren.
RGB
De afkorting van Rood, Geel en Blauw. Met RGB-plaatjes moet u niet aankomen
bij een drukker, deze zijn alleen bruikbaar voor weergave op het scherm bijv. op een
Internet pagina.
Rillen
in papier of karton groeven aanbrengen zodat het
gemakkelijk kan worden gevouwen. Is met name van belang
bij machine-coated
papier omdat hiervan de strijklaag gemakkelijk breekt
bij het vouwen.
Rugtitel
De vermelding van auteur en titel op de rug van een boek.
In Nederland is het gebruikelijk dat de rugtitel (als het
boek rechtop staat) van boven naar onder loopt.
Schoon en weer
Voor een vel A4 dat dubbelzijdig bedrukt moet worden, is het
voordeliger om dit schoon-en-weer op een vel A3 te drukken. Hierbij
wordt het drukbeeld van de voorkant en het drukbeeld van de achterkant op 1
offsetplaat aangebracht. Het papier wordt vervolgens aan de voor- en achterkant
met dezelfde plaat bedrukt. Het voordeel hiervan is dat er slechts 1 offsetplaat
gemaakt hoeft te worden. Dit is uiteraard niet aan te bevelen bij papier dat aan
de voorkant een andere struktuur heeft dan aan de achterkant.
Schreefletter
Ook wel letter met schreef genoemd, letters met een
dwarsstreepje aan de uiteinden (bijv. Times).
Schreefloos
Lettertype dat geen dwarsstreepje heeft (bijv. Univers).
Snijtekens
Tekens op een drukvel die aangeven hoe het drukvel
gesneden moet worden. Op het eindresultaat zijn deze
tekens niet meer zichtbaar: ze zijn er afgesneden.
Spanjool
Stofjes, opgedroogde inktdeeltjes, of andere
ongerechtigheden die aan de drukplaat of rubberdoek zijn
blijven zitten en als vlekken met een vervloeiende rand
op het drukwerk zichtbaar zijn.
Stansen
Speciale vormen uit papier of karton snijden door middel
van stalen messen.
Stofomslag
Bedrukt stuk papier dat los om een harde kaft van een
boek gevouwen wordt.
TCF
Totaal chloorvij papier. Papier dat geheel chloorvij is
gebleekt zonder chlorgas en/of chloordioxyde. Formeel
geldt voor dit type papier een A.O.X.-waarde van nul
kilogram per ton geproduceerde pulp. In strikte zin is
dit niet haalbaar, omdat er van nature chloorverbindingen
in hout zitten. Reëler is het om een waarde van 0,1
A.O.X. kilogram per ton papier aan te houden
Vouwwijzen
Standaard vouwwijzen zijn:
Weerdruk
Het bedrukken van de achterkant van een drukvel (in
tegenstelling tot schoondruk).